Opbellen Bericht

Inkuiltips voor mais

Hoogkwalitatief kuilvoer is de basis voor een optimale melkopbrengst. Onze diensten zijn gericht op alle belangrijke factoren omtrent het inkuilen van mais met een superieure voederkwaliteit.

Oogstmoment+

Het ideale oogstmoment is als de korrels het meeste zetmeel bevatten. Mais is klaar om te worden ingekuild wanneer de droge stof in de korrels 56-60% is en het drogestofgehalte van de gehele plant tussen de 29 en 34% is.


Wanneer u zich houdt aan deze aanbevelingen, profiteert u van het volgende:

  • Optimaal verdichtingspotentieel
  • Verminderde gevoeligheid voor opwarming en schimmelvorming
  • Verminderde gevoeligheid voor het vormen van Fusarium-toxines
  • Goede voederkwaliteit
Maailengte+

Optimale maailengte: 6-8 mm Hoe droger het materiaal, hoe korter de maailengte

Een optimale maailengte zorgt voor

  • een optimale verdichting
  • minimale energieverliezen tijdens het inkuilproces en uithalen
  • een verbeterde voeropname
  • een verbeterde verteerbaarheid (groter contactoppervlak voor pensmicro-organismen)
Inkuilmiddel+

Een effectief fermentatieproces wordt bevorder door vast te houden aan de basisprincipes van inkuilen en kan verder worden verbeterd door het toevoegen van inkuilmiddelen voor verschillende doeleinden en toepassingen. (Inkuilmiddelen)

Doseertechniek+

Melkzuurbacteriën zijn alleen in de juiste dosering effectief. Het doseersysteem van SCHAUMANN waarborgt een precieze toepassing van alle BONSILAGE-producten.

Verdichting+

Als er zuurstof in de kuil kan komen, warmt de kuil op, wat leidt tot energie- en drogestofverliezen. Hoe beter de kuil wordt aangereden, hoe minder zuurstof er in de kuil kan komen wanneer er kuil uit wordt gehaald.

Maatstaf voor optimale verdichting:

  • Laagdiepte voor verdichting: 15-20 cm
  • Lage snelheid (3-4 km/u)
  • Bandendruk 3-4 bar


Vuistregels:

Trekkergewicht bij aanrijden = oppaksnelheid in ton verse stof per uur/4*

(* voor veldhakselaars, voor silagewagens = 3)


Verdichting = 8 * DS [%] + 6

Afdekking+

Zorg ervoor dat het kuilvoer op de juiste wijze wordt afgedekt na het aanrijden.

  • Zuurstofbarrière hecht zich direct aan kuil (dikte 40-50 μ)
  • Het kuilplastic moet luchtdicht zijn (dikte 150-250 μ)
  • Kuilnetten beschermen folie tegen mechanische schade en zorgen voor extra gewicht
  • Zandzakken zorgen voor extra gewicht voor een goede afdichting en luchtdichte barrières. Ze worden op vijf meter afstand van elkaar geplaatst om te voorkomen dat er lucht in de kuil komt
  • De zijkanten moeten waar nodig worden afgedicht met speciaal folie voor de zijkanten
Kuil openen+

Er moet wekelijks minimaal 2 meter uit de kuil worden gehaald om opwarming te voorkomen. De machines die daarvoor worden gebruikt moeten het kuiloppervlak zo intact mogelijk houden, om de binnendringing van lucht te minimaliseren.

Opwarming voorkomen

  • Maak zomerkuilen met kleinere openingen
  • Zorg ervoor dat de opening van de kuil niet zo gericht dat de wind erop staat
  • Verwijder zo lang mogelijk zo weinig mogelijk folie
  • Bereken de omvang van de kuil en hoeveel er weggehaald wordt aan de hand van de kuddegrootte
  • Optimaliseer de uithaaltechniek