Opbellen Bericht

Inkuiltips voor gras

Hoogkwalitatief kuilvoer is de basis voor een optimale melkopbrengst. Onze diensten zijn gericht op alle belangrijke factoren omtrent het inkuilen van gras met een superieure voederkwaliteit.

Weidebeheer+

Het effectief onderhouden van het grasland omvat:

  • Egaliseren en rollen
  • De juiste bemesting
  • Regelmatig bijzaaien in het voorjaar of najaar

Intensief gebruik, te late snedes, winterschade en schade door bijvoorbeeld knaagdieren, vertrapping en voertuigen kan leiden tot ongewenste gaten in het grasveld. Zowel de drogestofopbrengst en de energieconcentraties dalen in de loop der tijd geleidelijk. Regelmatig bijzaaien met de gras- en vlinderbloemigenmengsels van het GREENSTAR-assortiment van SCHAUMANN waarborgt een grasland van hoge kwaliteit.

Maaimoment+

Het ideale maaimoment is net voordat de pluim door de stengel omhoog komt (ruwe-vezelgehalte van ≤ 24% in DS). Na dit moment worden zowel de verteerbaarheid als de voeropname geleidelijk lager als gevolg van de toenemende ligninevorming. Een vroege eerste snede legt de basis voor een hoge kwaliteit van alle volgende snedes.

Maaihoogte+

De minimale maaihoogte is 8 cm (luzerne: 10-12 cm), maar kan worden verhoogd afhankelijk van de gewasomstandigheden en aanwezigheid van knaagdieren.

Deze minimale maaihoogte

  • zorgt ervoor dat het gras snel weer opnieuw groeit
  • vermindert vervuiling en verhoogt daarmee de energie
  • vermindert de kans op ongewenste sporen
  • voorkomt verplaatsing van gewenste grassen door verkeerde maaihoogte
Drogen+

Door de droogtijden tot 28-35% DS zo kort mogelijk te houden, wordt een basis gelegd voor een optimaal inkuilproces met weinig verliezen en een hoge voeropname. En overmatig natte kuil resulteert in de fermentatie van boterzuur, terwijl een te droge kuil moeilijk aan te rijden is, waardoor het kuilgras sneller bederft. Boven de 45 - 50 DS kan de kuil niet meer goed worden aangereden.

Droogtijd+

Om energieverliezen te voorkomen moet de droogtijd worden teruggebracht naar korter dan 24 uur, omdat elke extra nacht op het land leidt tot suikerverliezen doordat het gewas kan ademen.

Korte droogperiode:

  • voorkomt verliezen door ademen, breken en lekken
  • voorkomt verlies van koolhydraten en bevordert de geschiktheid van het gewas om het in te kuilen
  • vermindert proteolyse en verbetert de eiwitkwaliteit
  • verbetert de energiedichtheid en verteerbaarheid
Maailengte+

De optimale maailengte voor kuilgras is 15-40 mm. Hogere maailengte en meer ruwe vezels bemoeilijken de verdichting, daarom wordt een kortere maailengte aanbevolen.

De optimale maailengte is belangrijk voor:

  • een nauwkeurige verdichting, efficiënt kuilgebruik en minder verliezen
  • een betere celvertering en dus een intensievere en snellere melkzuurgisting
  • minder gasuitwisseling na opening van de kuil en dus minder kans op opwarming
  • een verbeterde voeropname
Inkuilmiddel+

Een effectief fermentatieproces wordt bevorderd door vast te houden aan de basisprincipes van inkuilen en kan verder worden verbeterd door het toevoegen van inkuilmiddelen voor verschillende doeleinden en toepassingen. (Inkuilmiddelen)

Doseertechniek+

Melkzuurbacteriën zijn alleen in de juiste dosering effectief. Het doseersysteem van SCHAUMANN waarborgt een precieze toepassing van alle BONSILAGE-producten.

Verdichting+

Als er zuurstof in de kuil kan komen, warmt de kuil op, wat leidt tot energie- en drogestofverliezen. Hoe beter de kuil wordt aangereden, hoe minder zuurstof er in de kuil kan komen.

Maatstaf voor optimale verdichting:

  • Laagdiepte van max. 15-20 cm
  • Hoe hoger de gehaltes ruwe vezels en droge stof, hoe kleiner de laagdiepten
  • Bandendruk ten minste 2 bar en zo hoog mogelijk
  • Geen dubbele banden
  • Rolsnelheid max. 3-4 km/u
  • Vanaf het begin aanrijden, omdat het effect anders oppervlakkig blijft
  • Niet te hard aanrijden aan de achterzijde, omdat dit ervoor kan zorgen dat de kuil aan de andere kant weer 'terugspringt'


Vuistregels:

Trekkergewicht bij aanrijden = oppaksnelheid in ton verse stof per uur/4*

(* voor veldhakselaars, voor silagewagens = 3)


Verdichting = 3,5 * DS [%] + 90

Afdekking+

Zorg ervoor dat het kuilvoer op de juiste wijze wordt afgedekt na het aanrijden.

  • Zuurstofbarrière hecht zich direct aan kuil (dikte 40-50 μ)
  • Het kuilplastic moet luchtdicht zijn (dikte 150-250 μ)
  • Kuilnetten beschermen folie tegen mechanische schade en zorgen voor extra gewicht
  • Zandzakken zorgen voor extra gewicht voor een goede afdichting en luchtdichte barrières. Ze worden op vijf meter afstand van elkaar geplaatst om te voorkomen dat er lucht in de kuil komt
  • De zijkanten moeten waar nodig worden afgedicht met speciaal folie voor de zijkanten
Kuil openen+

Er moet wekelijks minimaal 2,5 meter uit de kuil worden gehaald om opwarming te voorkomen. De machines die daarvoor worden gebruikt moeten het kuiloppervlak zo intact mogelijk houden, om de binnendringing van lucht te minimaliseren.

Opwarming voorkomen

  • Maak zomerkuilen met kleinere openingen
  • Zorg ervoor dat de opening van de kuil niet zo gericht dat de wind erop staat
  • Verwijder zo lang mogelijk zo weinig mogelijk folie
  • Bereken de omvang van de kuil en hoeveel er weggehaald wordt aan de hand van de kuddegrootte
  • Optimaliseer de uithaaltechniek